Terwijl je dit nu leest, wat is je tweede kind aan het doen? Gezellig samen aan het spelen met de oudere broer of zus? Of kattenkwaad aan het uithalen?
Wel, als het antwoord ‘kattenkwaad’ is, dan ben je niet de enige met een extreme deugeniet in huis.
Een recent onderzoek bij duizenden Deense en Amerikaanse families kwam tot de vaststelling dat een kind dat als tweede wordt geboren meer uitdagend zal zijn. En al zeker als het jongetje is.
Hoe beïnvloedt de volgorde van geboorte het gedrag van een kind?
Het is niet het eerste onderzoek om te kijken naar hoe de volgorde van de geboorte je kinderen kan beïnvloeden. Maar voordat je in paniek raakt dat je tweede kind altijd moeilijker zal zijn om mee om te gaan, is er goed nieuws.
Ouderschapsexpert Claire Halsey vertelt: ‘Het maakt niet uit of je kind eerst, midden of laatst geboren is, er zijn veel eenvoudige manieren om het gewenste gedrag van je te krijgen.’
3 manieren om het gedrag van je kind te verbeteren
Elk kind heeft natuurlijk z’n karakter. Maar daarnaast zijn er wel enkele handige manieren om het gedrag en de ingesteldheid van je kind te beïnvloeden:
1. Merk goed gedrag op
Kinderen willen je echt wel plezieren. Maak er dus een gewoonte van om goed gedrag op te merken, positieve aandacht te geven en hen te prijzen voor hun goed gedrag.
2. Stel zelf het goede voorbeeld
Je kind zeggen wat ie moet doen, of het zelf laten zien maakt een groot verschil. Kinderen doen nu eenmaal makkelijker na wat ze zien en horen, dan wat er hen verteld wordt. Door zelf het goede voorbeeld te tonen, volgen je kinderen automatisch.
3. Zeg duidelijk wat je wil
Stel enkele duidelijke regels op en hou je daar aan. Bijvoorbeeld: na het eten helpt iedereen afruimen, spreek met twee woorden, …
Zo ga je om met het lastige gedrag van je kind
Uiteraard is het beter om slecht gedrag bij je kind te voorkomen. Dit door ze bezig te houden en zelf betrokken te zijn, regelmatig aandacht te geven en belangstelling te tonen voor hun goed gedrag.
Wanneer je kind zich misdraagt, geef het dan altijd de kans om ermee te stoppen en z’n goede gedrag opnieuw te herpakken. Lukt dat niet? Stel dan een kort, maar helder gevolg in.
Bijvoorbeeld: wanneer je kind een speelgoedje niet wil delen, neem het speelgoedje weg voor enkele minuten. Hierbij is het zeer belangrijk dat je de reden van het wegnemen goed kadert aan je kind.
Uiteraard hangt het gewicht van de gevolgen af van situatie tot situatie. Als je kind een ander kindje pijn doet, dan zet je je kind best een tijdje apart. Ook hier leg je uit waarom je dit doet.